Jacob van Urhoy (Urfa, in Turkey)
Wie gaf hen de naam en maakte hen bekend als,, Assyrische” Christenen?
SUA/WCA en het toelaten van terrorisme
SUA/WCA: Internationaal syndicaat van haatzaaiers
Aramese geschiedenis, cultuur en taal, een zesdelige interview.
26-6-2007: Aram Nahrin: de Arameeërs, de Bijbel, Christendom en het Westen
27-6-2007: Het Aramees: Het Duizend jaar lange Traject van de Wereld taal
28-6-2007: Gabriel Sengo opent de Poorten van het Aramese Gedachtegoed, Cultuur en Wijsheid
2-7-2007: Noem de Luisterrijke Natie van de Arameeërs niet bij de foute benaming ‘Assyriërs'
2-7-2007: De uitroeiing van de Aramese Natie: Het Resultaat van de Anglo- Franse Plan
(Foto: wikipedia.org) De historicus Poseidonios uit Apamea (ca. 135 v.Chr- 51 v.Chr), was een Griekse stoïcijnse filosoof, politicus, astronoom, geograaf en leraar. Hij zegt: “Het volk dat wij, de Grieken, Syriërs noemen, noemen zij zichzelf Arameeërs” (Uit: J.G. Kidd, Posidonius (Cambridge Classical Texts and Commentaries, 1988), vol. 2, pt. 2, pp. 955-956)
(Foto: wikipedia.org) Strabo (geboren op 63 v. Chr, gestorven ca. 24 n. Chr), was een Griekse historicus geograaf en filosoof. Hij is het meest bekend om zijn Geographika (Geografie). Hij zegt: “Poseidonius speculeert dat de namen van deze naties ook verwant zijn, omdat, zegt hij, het volk dat wij Syriërs noemen wordt door de Syriërs zelf Arameeërs genoemd.” (Uit: The Geography of Strabo, translated by Horace Leonard Jones and published in Vol. I of the Loeb Classical Library edition, 1917, Book I, Chapt. 2, 34)
(Foto: http://www.ccel.org) Flavius Josephus (37 n. Chr- 100 n. Chr) was een Joodse historicus en apologeet van priesterlijke en Koninklijke afkomst die de vernietiging van Jeruzalem in 70 overleefde en vastlegde en zich later in Rome vestigde. Hij zegt: “Aram had de Arameeërs die de Grieken Syriërs noemden.” (Uit: Antiquities of the Jews, translated by William Whiston in 1737, Book I, Chapt. 6)
Eusebius van Caesarea (264 n. Chr. – 30 mei 339 n. Chr) was een bisshop van Caesarea in Palestina en wordt vaak “vader van de kerkgeschiedenis” genoemd vanwege zijn werk in het vastleggen van de geschiedenis van de vroegere kerk. Hij zegt: “…. en van Aram de Arameeërs die Syriërs worden genoemd.” (Uit: Sebastian Brock, "Eusebius and Syriac Christianity," in Harold W. Attridge and Gohei Hata, eds., Eusebius, Christianity, and Judaism (Leiden 1992), p. 226)
Abu Al-husayn 'ali Ibn Al-husayn Al-mas'udi, geboren in 895 in Bagdad (Irak) en overleed in 957 in al-Fustat (Egypte) was een historicus en reiziger, bekend als “de Herodotus van de Arabieren.” Hij was de eerste Arabier die de geschiedenis en wetenschappelijke geografie combineerde op groot schaal. Over Tur Abdin zegt hij: “Tur Abdin is de berg waar nog steeds overblijfselen van de Arameeërs Syriërs overleven.” (From: Michael Jan de Goeje: Bibliotheca Geographorum Arabicorum III, Leiden 1906, 54, I)
Professor Dietrich Hermann Hegewisch, geboren op 15 december 1746 in Quakenbrück (Duitsland) en overleed op 4 april 1812 in Kiel, was een productieve historicus aan de universiteit van Kiel met een brede interesse. Hij zegt: “Verdienen de Syriërs, zoals ze gebruikelijk worden genoemd, of de Arameeërs zoals ze feitelijk worden aangeduid, niet meer aandacht in de wereld-geschiedenis dan dat ze gewoonlijk krijgen?” (Uit: D.H. Hegewisch: Die Aramäer oder Syrer; ein kleiner Beitrag zur allgemeinen Weltgeschichte, Berlinische Monatschrift, 2, 1794, p. 193)
Op pagina 197 zegt hij: “De namen Syrië, Assyrie, Mesopotamië, Babylon etc. stammen af van de Grieken die onbekend waren met de werkelijke geografie van deze landen toen de namen voor het eerst werden gebruikt. Later, deels vanwege blijvende onwetendheid en deels vanwege gemak ondanks dat ze beschikten over accurate kennis, hielden ze vol in het gebruik omdat het anders iets van inspanning zou vergen om de oude op te geven, bekende namen en divisies van landen, en over te schakelen naar nieuwe, zelfs als ze meer nauwkeurig waren. De oude, echte, enige naam van deze landen is Aram, het wordt diverse malen in het Oude Testament genoemd en de Griekse geleerden waren ook bekend mee en waarschijnlijk beschreven ze de bevolking van deze gebieden als Arameeërs, hoewel zelden, daar ze gewoonlijk doorgingen met de term Syriërs, dat bekend was bij de Grieken”
Op pagina 307 zegt hij: “De Syriërs of Arameeërs waren niet louter talrijk en groot volk, maar ze waren ook een veel ontwikkeld volk.”
(Photo: http://portrait.kaar.at) Professor Theodor Mommsen, geboren op 30 november 1817 in Garding, Schleswig (nu In Duitsland) en overleed op 1 november 1903 in Charlottenburg, dichtbij Berlijn, was een Duitse historicus en schrijver, bekend om zijn meesterwerk over de geschiedenis van Rome. Hij ontving de Nobel Prijs voor literatuur in 1902. Hij zegt: “…de geschiedenis van de Aramese of Syrische natie die de oostkust omvatte en zich uitstrekte tot aan de binnenlanden van Azië tot aan Eufraat en Tigris ” (Uit: The History of Rome, geschreven tussen 1854 in 1856, Leipzig, door Theodor Mommsen, Boek 1, Hoofdstuk 1)
“… de Arameeërs verdedigden hun nationaliteit met de wapens van zowel intellect alsmede met hun bloed tegen alle lokmiddelen van de Griekse civilisatie en alle dwangmaatregelen van oosterse en westerse despoten, en met een halsstarrigheid waar geen Indo- Germaanse volk ooit heeft aan getipt en die naar ons toe, die Westerlingen zijn, lijkt soms meer en soms minder dan menselijk.“ (ibid, Boek 3, Hoofdstuk 1)
(Photo: wikipedia.org) Professor Theodor Nöldeke, geboren op 2 maart 1836 in Harburg, dichtbij Hamburg, overleed op 25 december 1930 in Karlsruhe, was een vooraanstaande Duitse Semitische geleerde die studeerde in Göttingen, Wenen, Leiden en Berlijn. Hij zegt: “De hoofdstroom van de bevolking van al deze wijde landschappen van Middellandse zee tot voorbij Tigris behoorde tot een zekere nationaliteit, dat van Arameeërs” (Uit: Th. Nöldeke: Assyrios Syrios Syros, in Zeitschrift für klassische Philologie, Hermes 5, Berlin 1871, p. 460)
Op pagina 461 zegt hij: “Het is wel begrijpelijk dat het volk is begonnen met het overdragen van de naam van het land aan de meest belangrijke nationaliteit en dus de naam “Syrier” was etnologisch vastgehouden en gelijkgesteld met ‘Aramees.’”
Op pagina 468 zegt hij: “Sinds de tijd van Alexander [de Groot], als het niet enigszins eerder was, is het volk begonnen met het overdragen van de naam van de Syriërs exclusief over aan de overheersende nationaliteit in Syrië, en op deze manier werd deze originele politiek- geografische term een etnologische term dat werd geïdentificeerd met de lokale Arameeërs.” “Vanaf de tijd dat de Grieken meer betrokken raakten met Azië, identificeerden ze met de benaming Syriërs het volk dat zichzelf Arameeërs noemde.” (Uit: Th. Nöldeke, Kurzgefasste Syrische Grammatik (Leipzig, 1880), p. XXIX)
“Voor wat betreft de naam van deze natie en haar taal is het oorspronkelijk ‘Aramees’ in essentie en ook de enige dat het meest geschikt is voor het gebruik door de hedendaagse geleerden.” (Uit: Th. Nöldeke, "Die Namen der aramäischen Nation und Sprache,” in Zeitschrift der Deutschen Morgenländischen Gesellschaft 25 (1871), p. 131)
(Foto: www.doaks.org) Karl Eduard Sachau, geboren op 20 juli 1845 en overleden op 17 september 1930 was een Duitse oriëntalist. In 1872 was hij professor aan de Universiteit van Wenen en in 1876 aan de Universiteit van Berlijn waar hij werd benoemd tot de directeur van de nieuwe Seminaar van Oriëntaalse talen in 1887. Hij is met name opmerkenswaardig voor zijn werk over Syrisch en andere Aramese dialecten. Hij zegt: “De natie van de Arameeërs: Deze nationale naam, vooral in navolging van de invloeden van de Joods- Christelijke literatuur, baande weg voor de Griekse benaming Syriërs.” (Uit: Verzeichnis der Syrischen Handschriften der königlichen Bibliothek zu Berlin von Eduard Sachau 1. Abteilung, Berlin 1899, Vorrede I)
|
Het Aramese volk: Het Aramese volk (niet te verwarren met 'Armeniërs') spreekt Aramees, de taal van Abraham, Mozes en Jezus Christus. Zij zijn het inheemse volk van wat in vroegere tijden 'Aram-Nahrin' werd genoemd en in onze dagen bekend is geworden onder de naam 'Mesopotamië' Sommige Arameeërs noemen zich in onze dagen "Assyriërs", dit vanwege de haatzaaiende geestelijke koloniale activiteiten van de Westerse missionarissen en diplomaten in het Midden-Oosten in de 16e en 19e eeuw. Andere Arameeërs zijn bekend geworden als "Chaldeeërs". Ze zijn echter allemaal Arameeërs. Overal waar U het woord "Assyriërs" tegenkomt dient U het als Arameeërs te lezen. In Turkije zijn de Arameeërs bekend geworden als “Süryani” en in Arabische als “Al-Suryan”
Het Aramees: Het Duizend jaar lange Traject van de Wereld taal
26-6-2007- Deel 2
Onze interview voortzettend met de heer Gabriel Sengo, de voorzitter van de Aram Nahrin Organisatie, gaan we onze aandacht richten op zaken die te maken hebben met de geschiedenis van zowel de Aramese taal, alsmede met Moderne Aramese Literatuur en Educatie in het Aramees.
Door Prof. Dr. Muhammad Shamsaddin Megalommatis, Orientalist Bron: http://www.americanchronicle.com/articles/viewArticle.asp?articleID=30807 http://www.buzzle.com/articles/aramaic-millennia-long-trajectory-global-language.html Veel meer van belang dan Vroegere Grieks en Latijn voor Wereldgeschiedenis, was Aramees de eerste internationale taal dat een gebied heeft bestrijkt van de Atlantische Oceaan tot aan de Stille Oceaan en werd de basisdrager voor ideologieën, filosofieën en religies. De heer Sengo presenteert historische realiteiten, refererend naar een groot aantal historische bronnen, dat maakt alle Arameeërs om trots te zijn of ze nu in Mesopotamië leven of in Diaspora.
Interview met de heer Gabriel Sengo, voorzitter van de Aram-Nahrin Organisatie- Deel 2
- Zou U sommige mijlpallen kunnen geven van de historische Aramese literatuur? Wanneer begonnen de mensen Aramees te gebruiken als taal?
Volgens de Aramese inheemse traditie, spraken Adam en Eva in het Aramees met de Heer. In een oud boek genoemd “De Spellonken van de Schatten”, toegeschreven aan de beroemd Afrem de Syriër, lezen wij “En in de dagen van Peleg werden alle families en kinderen van Noach bij elkaar verzameld en gingen weg vanuit Oosten. En ze vonden een vlakte in het land Sen’ar en ze gingen allemaal daar zitten, en vanaf de tijd van Adam tot deze tijd spraken ze allemaal één taal. Ze spraken allemaal deze taal, dat wil zeggen Suryoyo (Syrisch), die is Oromoye (Aramees), en deze taal is de koning van alle talen. Welnu, oude schrijvers hebben de fout gemaakt door te zeggen dat Hebreeuws de eerste (taal) was, en in deze kwestie hebben ze een onwetende vergissing vermengd met hun schrijven. Want alle talen die in de wereld zijn, zijn afgeleid van Syrisch, en alle talen in de boeken zijn ermee vermengd.
Het bovenstaande wordt ook herhaald door andere Aramese geleerden, onder hen de Oost- Aramese bisschop Salomon van Basra (13e eeuw). Dit wordt ook bevestigd door de Islamitische wereld, bijvoorbeeld door de beroemde geleerde Seikh Adel Aziz Al Tabagi die zegt, “ Adam, zijn vrouw en kinderen communiceerden met elkaar in het Aramees… Uit dit taal zijn alle andere talen afgeleid (waarschijnlijk refererend naar Hadit).
Er zijn inderdaad paar talen met drieduizend jaar bekende geschiedenis, echter alleen het Aramees voldoet aan de bovengenoemde voorwaarden! Over de Aramese taal, zegt Frans Rozental, “ Volgens mij vertegenwoordigd de geschiedenis van het Aramees de zuivere overwinning van de menselijke geest ten aanzien van de taal (de fysieke uitdrukking waarin de geest het meest direct tot uiting komt) over het ruwe vertoon van materiele kracht…..Grote rijken zijn door de Aramese taal overwonnen, en op het moment dat deze rijen verdwenen en opgingen in de stroom van de geschiedenis, bleef deze taal en behield zij een eigen leven.
Mijlpalen:
1. 10de – 8ste eeuw voor Chr.: Het Oude Aramees
Bekend van kleine inscripties (Oost- Turkije, Syrië, Irak, Noordwest Iran).
Aan het einde van de 8ste eeuw v. Chr., waren alle Aramese koninkrijken verslagen door het Assyrische rijk. Echter, tegelijkertijd namen de Assyriërs het Aramees in gebruik in hun schrijfsysteem en om die reden begon het Aramees de taal van het Midden-Oosten te worden en Akkadish te vervangen. Dit proces wordt ook wel beschreven als “Aramisering van Assyrië”. Over deze Aramisering van Assyrië zegt Nicholas Postgate, “Politiek gezien was het Assyrische rijk inderdaad Assyrisch, taalkundig was het voornamelijk Assyrisch, maar cultureel was het een volledige mengeling. In het begin waren er Hurianen, Assyriërs, de Afstammelingen van Amorieten, Kassieten en Arameeërs; en aan het einde van het rijk was het verrijkt met Arabieren, Meden en Egyptenaren……”
2. 7de – 4de eeuw v. Chr., Officieel Aramees: Babylonisch en Achaemenidisch Rijk.
Met de val van Nineve in 612 v. Chr., verplaatste het centrum van politieke macht zich naar Babylonië, waar sinds 11e eeuw de Aramese aanwezigheid was getekend in wat nu in onze dagen het Zuiden van Irak is. Het belang van de Aramese aanwezigheid in het zuiden van Irak weerspiegelt zich in de latere Syrisch (Aramese) naam van dit regio, namelijk: Beth Aramaye, dat is “het huis van Arameeërs”.
Dus, globaal gesproken was het tussen de 7e eeuw v. Chr.- tot 7e eeuw n. Chr., dat het Aramees de hoofddrager werd van het geschreven taal in het Midden-Oosten. Enkele details volgen hier onder:
555- 539 v. Chr.: Babylonische koning Nabonidus laat een blijvende indruk achter op de Aramese literaire traditie.
Perzische Achaemenidische Rijk
550- 330 v. Chr.: De verovering van Babylonië in 538 door Cyrus de Grote wordt beschouwd als het begin van de Achaemenidische (Perzische) Rijk, dat zich uitstrekte van het Oosten van Tigris tot de Middellandse Zee, en tot aan Egypte. En welke taal was geschikt om zo’n grote Rijk te besturen? Wel, het Aramees was al in gebruik samen met het Akkadisch tijdens het laat Assyrische Rijk. En dus werd het Aramees ingevoerd als officieel taal voor het hele Rijk, wat resulteerde in het verspreiden van het Aramees naar gebieden waar het eerder niet was geweest. Dit was het Triomf van de Aramese Taal!
3. 3de eeuw c.Chr. – 2de eeuw n. Chr. Midden- Aramees (West Turkije, Afghanistan, Kaukasus tot aan Egypte, en Saoedi-Arabië)
Verovering Alexander de Grote – verspreiding Grieks
De verovering van Alexander de Grote, gevolgd door het vestigen van de Ptolomeüs dynastie in Egypte en de Seleuciden in Syrië en verder naar het oosten, resulteerde in het verdere verspreiding van Grieks in het Nabije Oosten en de plaats innemen van het Aramees als de overheidstaal.
Palestina: Het resultaat van de opmars van Grieks was dat in veel plaatsen Aramees samen met Grieks werd gesproken. Aanwijzingen hiervoor kunnen gevonden worden in de inscripties uit deze periode (3de eeuw v.Chr.) geschreven in het Aramees en Grieks.
Mesopotamië: Tweetalig inscriptie in Grieks en Aramees (Ada- Nadin, 1ste eeuw v. Chr.)
Arabië en de Golf: Aantal inscriptie gevonden in diverse delen van Saoedi-Arabië (Hejaz, Ruwafa, eiland Failaka, Thai en Al- Qatif, eiland Bahrain, Sharlah en op andere plaatsen in Verenigde Arabische Emiraten). Inscripties in Ruwafa is geschreven in het Aramees en Grieks (166 n. Chr.)
4. Het Aramees aan de randen van het Midden-Oosten:
5. De verschijning van de locale Stadstaat Koninkrijken en dialecten: Nabatees, Palymra, Hatra en Edessa
Twee verschillende belangrijke locale Aramese dialecten deden zich gelden in de eerste eeuw voor Christus, namelijk het Aramees van Palmyra en het Aramees van Nabatea, dit vanwege de verzwakking van de Seleuciden Rijk en de opkomst van de Parten.
Het Nabatees Aramees, circa 100 v. Chr.
De hoofdstad (van Nabatea) was Petra en genot het “gouden tijdperk” vanaf 40 v. Chr.- 70 n. Chr. Nabatea is gelegen in het zuiden van het moderne Jordanië. Onafhankelijke koninkrijk in de Hellenische periode (in 2 Corintiers 11:32, lezen wij over een van de koningen van Petra: Aretas. Het koninkrijk werd uiteindelijk in 106 n. Chr. door het Romeinse Rijk geannexeerd.
Het Palymerse Aramees, circa 44 v. Chr. In het Aramees wordt het Tadmor genoemd, ongeveer 200 km zuid-oosten van Damascus. Wanneer we spreken van Tadmor, worden wij meteen herinnerd aan koningin Zenobia (de weduwe van Odeinat). In 272 n. Chr. werd het koninkrijk geannexeerd door keizer Aurelius en Zenobia werd gevangengenomen. Er zijn rond 2000 inscripties daterend van de 1ste eeuw v. Chr. – 280 n. Chr.
6. Twee onafhankelijk enclaves: Hatra (Iraq) en Edessa (Turkije).
Het Aramees van Hatra, 400 inscripties daterend van de 1ste eeuw n. Chr.- het begin 3e eeuw n. Chr. Hatra is gelegen 150 km ten Zuid- Oosten van Mosul (Iraq). De Sassaniden veroverden de stad in 240 n. Chr.
Laatste Maar niet het minste: De Aramese dialect van Edessa, die later het centrum van het Aramese christendom zou worden en de transporteur voor de verspreiding ervan. In latere Hellinitische periode en vroege Romeinse periode, had Edessa (de hoofdstad van het koninkrijk Osroene) z’n eigen Koninklijke dynastie van Abgar en Manus. In 213 n. Chr., werd Edessa onder Romeinse bestuur gebracht (met een korte terugkeer van het koninkrijk in 239-240 n. Chr.)
7. 0- 700 n. Chr.: Late Oudheid: De Gouden Tijdperk van de Aramese taal.
Gedurende 700 jaren vond een opmerkelijke opleving van de Aramese taal plaats onder de vijf religieuze gemeenschapen, te weten:
7-1: Joodse Aramees: Targums (Babylonisch, Palestijns), Kabbalistische literatuur, Talmuds (Babylonisch, 8e eeuw na. Chr., Palestijns 5e eeuw n. Chr.), Liturgische Poëzie, Midrash, Zohar (esoterische werken), Synagoge Hymnen (middeleeuwse Europa), etc..
7-3: Het Mandese Aramees (2e eeuw n. Chr.): Magische teksten, liturgische teksten (rituelen, hymnen, gebeden, Diwans Doop, Diwan Illustratief, Diwan van de Rivieren), mythologische en theologische teksten, historiografie (De Inner Harran of de Diwan van de Grote Openbaring, astrologische (Het Boek van de Zodiak)). Hun boeken: De schat van de mythologie, kosmologie, moraliteit en kritiek. De Rechtse Schat (proza, 18 boeken), Liber Adami (het boek van Adam), De linkse Schat, Het Boek van Johannes, Canonieke gebeden boek, Commentaren (Over de Kroning van de Grote Shishlam, Huwevelijk van de Grote Shislham enz..), Geheime Teksten (Duizend en twaalf Vragen, Grote Eerste wereld en de Kleine eerste wereld) etc. etc..
7-6 Het Aramese dialect van Edessa: de transporteur voor het christendom Edessa, de moeder van alle steden in Mesopotamië, werd het centrum van het Aramese Christendom. De Aramese school van Edessa was beroemd en heeft uitzonderlijke geleerden voortgebracht die hun tijd verlichtten met vele disciplines van de wetenschap.
(De Klassieke Aramese dialect van Edessa wordt 'Estrangelo' genoemd. Vanuit dit dialect zijn vanaf de 6e eeuw twee schriften ontwikkeld, te weten: De West- Aramese (Syrisch), gesproken door Maroniten, Syrisch Orthodoxen en Syrisch Katholieken en de Oost- Syrische schrift, die wordt gebruikt door Oost- Aramese Chaldeeërs en Nestorianen ("Assyriers". De manuscripten tot de 7e eeuw zijn allemaal in Estrangelo geschreven.).
Dus: Het Aramees van Edessa, dat Syrisch wordt genoemd, is de grootste van alle Aramese literatuur dat heeft overleefd, en tegelijkertijd, is het de langst levende in tijd en het rijkste in literaire kwaliteit. Een grote hoeveelheid ervan is nog steeds niet gepubliceerd en onbekend bij de wereld; het is inderdaad een Verborgen Parel die nog steeds door de gekwalificeerde duikers naar boven gehaald dient te worden. Het bestuderen van deze Verborgen Parel kan voor een dramatische mentaliteitsverandering zorgen in de wereld met betrekking tot de Arameeërs en hun bijdrage aan de historie en het welzijn van de mensheid.
Het was deze Aramese dialect van Edessa die gefungeerd heeft als een transporteur om het Midden-Oosten, Kaukasus, Centrale Azie, China en Tibet te Christianiseren.
8. 800 n. Chr.- 13e eeuw n. Chr. : Verovering van Islam, Achteruitgang van het Aramees. Een tijd van Stabilisatie.
De verovering van het Midden-Oosten door de Islam en het actief promoten van Arabisch vanaf de Abbasidische tijd van Abd al- Malik (685-705 n. Chr. ) veroorzaakte een algemene afname van het gebruik van het Aramees zowel als gesproken en als literaire taal; echter dit proces ging heel langzaam. Om deze reden bleef het Aramees een belangrijke publieke taal zelfs 500 jaar na de komst van Islam. In 1095 sprak een minister van Sultan van Ikonium (Konya, Turkije) in het Aramees (Syrisch) toen hij de overgave van Melitene (Malatya, Turkije) eiste.
9. 12e -13e eeuw n. Chr.: Opleving van het Aramees
Één van de drie talen dat werd gebruikt in een drietalige inscriptie geplaatst boven de deur van een Karavansarai op de weg tussen Malatya en Sivas was in het Aramees. Het was in deze tijdsperiode dat grote geleerden werden voortgebracht, onder hen de grote Ab’l Faraj Bar Ebroyo (of Bar Hebreaus). Samen met de literaire opleving van de 12e en 13e eeuw, was er ook opleving van de kunst in het algemeen. De meerderheid van de Aramese manuscripten die overleefd hebben behoren tot de 12e en 13e eeuw.
10. 14e – 19e eeuwen: Achteruitgang en Heropleving
Dit was een turbulente periode in het hele Midden-Oosten, die zeker niet bijdroeg tot de Aramese literatuur, niet alleen vanwege de hongersnoden en plagen (bijvoorbeeld de Zwarte Dood in deze periode) maar ook vanwege de algemene onrust in deze periode. Echter, hier en daar een beetje Proza en vers werd geproduceerd.
In de 14e en 15e eeuw werd Tur Abdin getroffen door de ravages van de Mongoolse Timur Leng en zijn zoon. In 1393- 1994 werd de bisschop Johannes samen met 32 monniken en 300 leken gedood in het klooster Mor Gabriel. In 1413 werd het klooster weer aangevallen door de Mongolen met slechts één monnik die overleefde.
Echter, ondanks de tegenslagen van verschillende soort, zette het schrijven en cultiveren van het Aramese literatuur zich voort tot in onze dagen.
11. 20ste eeuw: Neergang- Diaspora – Nieuwe Richtingen.
Aan het einde van de 19e eeuw vond een opleving van het Aramees plaats. Één van de mensen uit deze periode was de Oost- Aramese Chaldese bisschop van Urmia, Mgr. Tuma Audo. Mgr. Audo scheef een belangrijke Aramees- Aramees woordenboek (1897) die al diverse keren is opnieuw gedrukt. Deze opleving werd tenietgedaan door de afslachtingen van 1896 en 1915 die het hele Aramese natie behoorlijk trof. Deze vreselijke gebeurtenissen, die de Aramese natie ongekend verzwakten, zorgden voor een grote volksverhuizingen waarvan velen naar het Westen immigreerden. De immigratie naar het Westen echter, opende ook nieuwe wegen voor de promotie en ontwikkeling van het Aramees, omdat in het Midden-Oosten het altijd lastig was om het Aramees ongehinderd te promoten, waarbij in het algemeen werd onderdrukt of beetje toegestaan alleen voor religieus gebruik.
Het kan worden gezegd dat vanaf de tijd van Bar Hebroyo (1286 n. Chr.) en Abd Isho (1318 n. Chr.) (dus vanaf de 14e eeuw) niet veel Aramese literatuur werd gepubliceerd. Één van de redenen waren de onophoudelijke vervolgingen en verzwakking/fragmentatie van de kerk hiërarchie /structuur (veroorzaakt door externe factoren zoals bijvoorbeeld de Westerse missionarissen /koloniale activiteiten) en daarom achteruitgang in het aanwas van een nieuwe en bekwame geleerden. Dit betekent natuurlijk niet dat het schrijven in het Aramees was gestopt, in tegendeel, het wordt voortgezet tot in onze dagen.
In het begin van de 20ste eeuw kwamen nieuwe schrijvers erbij en diegenen die de afslachtingen van 1914 hadden overleefden probeerden het Aramees te schrijven vanuit een andere invalshoek. Sommigen van hen probeerden het Aramees puur voor seculaire onderwerpen te gebruiken. Enkelen van hen zullen hieronder worden vermeld:
Naum Fayeq (1868- 1930): Een Aramese Nationalist
In 1908 had hij een tijdschrift opgericht genoemd “De Ster van Het Oosten”. Hij vertaalde sommige voorbeelden van Europese Literatuur in het Aramees om de lezer bekend te maken met seculaire literatuur.
Paulus Gabriel en Denho Ghattas Makdesi Elyas.
Paulus Gabriel (1912-1971) en Denho Ghattas Makdesi Elyas (geboren 1911- nog steeds in leven) vertaalden ‘ Bernardin de Saint Pierre’s romantische roman Paul et Virginie’ in het Aramees.
Abrohom Isu.
Abrohom Isu (1978): vertaalde Racine’s Athalie in het Aramees.
Hanna Salman, Barsauwm Ayyub, Yuhannon Dolabani.
Anderen zoals Hanna Salman, Barsauwm Ayyub en Philoxenos Yuhannon Dolabani (1885-1967) vertaalden ook werken in het Aramees. Dolabani, de bisschop van het klooster Zahfaran in Mardin, was een productieve geleerde, dichter, redacteur en vertaler van vele werken vanuit Arabisch in het Aramees.
11. Promotie van het Aramees op scholen:
Een methode om dit te realiseren was het aanleveren van bloemlezingen van de geschikte tekst voorbeelden over seculiere onderwerpen.
Ya’qob Avgin (Eugene) Manna:
De Oost- Aramese Ya’qob Avgin (Eugene) Mannan (1867-1928) “ Marge Pegrayne d- Aramaye (Franse vertaling in 1901: Morceaux choisis de litterature Arameenne)
Yuhanon Qasisho:
De West- Aramese Yuhanon Qasisho: series boeken beginnend bij Deel 1… Deel 7 werden gepubliceerd in de jaren 1950s in Aleppo (Syrië). Deze boeken zijn in gebruik om het Aramees te onderwijzen zowel in het Westen als in het Oosten.
Abdel Massih Numan Karabasi:
De West- Arameeër Abdel Massih Numan Karabasi: een briljante student van het Dayr ul Zahfaran klooster, ooggetuige van de afslachtingen van 1914, schreef een set van 10 schoolboeken voor het onderwijzen in het Aramees. Deze boeken zijn min of meer standaard en worden overal in de wereld onderwezen om een beginner bekend te maken met de Aramese taal.
Sinds de tijd van immigratie, wordt Aramees ook gebruikt door musici om seculaire songs te maken en te bezingen in het Aramees, iets wat voorheen voorbehouden was voor Turks, Arabisch of Koerdisch. Wij hebben ook enkele tijdschriften met een belangrijke deel in het Aramees.
12. Aanvang van de 21ste eeuw: Is het Aramees dood?
Het antwoord is simpel: Nee!
In het begin van deze vraag hebben wij Franz Rosenthal geciteerd die schreef “….Grote rijken zijn door de Aramese taal overwonnen…..”
Wij zouden graag getuigenis willen afleggen van de blijvende sterkte van de Aramese taal, namelijk het feit dat Aramees nog steeds in leven is:
Alle delen van het interview:
Hier kunt U zich aanmelden voor ons nieuwsbrief
Copyright © Aram-Naharaim Organisatie
|
Brieven aan de overheden en internationale organisaties
Arabische Vertalingen: الترجمات العربية
Aramese Geestelijke/ Lichamelijke Genocide
Nepnieuws over de Arameeërs:
Professor Dr. John Joseph. 5-7-2008: Assyrië en Syrië: Synoniemen?
In een brief aan de auteur (John Joseph),op 11 juni 1997, schreef Patricia Crone dat zij en Cook "Niet betwisten dat de Nestorianen van de Pre- Islamitische periode zichzelf zagen als “Assyriërs” of dat dit is hoe zij zichzelf noemden. Ze noemden zichzelf Suryane, hetgeen in hun gebruik geen (groter) verwantschap had met de Assyriërs in vergelijking met de visie van iemand anders…. We nemen het voor als vanzelfsprekend aan dat zij [Nestorianen] de moderne “Assyrische” benaming van het Westen hebben gekregen en ermee doorgaan om zelf opnieuw te hervinden…Maar natuurlijk waren de Nestorianen Arameeërs.." (Pagina 27, voetnoot 94)
Professor Dr. Muhammad Shamsaddin Megalommatis 28-6-2004: De bron van oorlogen en tiranniek: de Pan-Arabische valsheid
De diepe en verborgen reden van de tirannieke onderdrukking toegepast in het hele Midden-Oosten is door Frankrijk en Engeland opgelegde Pan-Arabische Nationalistische clicks die de neiging hebben om op dictatoriale wijze de verschillende volkeren in het Midden-Oosten, die allemaal geen Arabieren zijn, te Arabiseren.
10-8-2005: De Aramese opleving zal het schaakbord van het Midden-Oosten transfigureren
Het basisfeit is dat al deze volkeren die allen Arabisch sprekend zijn, geen Arabieren zijn. Hun etnische historische identiteit is Aramees. Arameeërs zijn Semitisch, maar zover verwijderd van de Arabieren als de vroegere Hebreeërs verwijderd waren van de Babyloniërs. Om de redenen die wij gaan uitleggen, zijn deze Aramese volkeren geleidelijk gearabiseerd, maar de arabisatie fenomeen vond slechts plaats op het taalkundig niveau, niet op de etnische, nationale, culturele niveaus
Daaruit hebben de koloniale missionarissen, politieke agenten en diplomaten een grote leugen gemaakt (namelijk dat deze Arameeërs geen Arameeërs waren, maar ‘Assyriërs’) waarmee zij de Nestoriaanse Arameeërs ontwortelden van hun Aramese oorsprong.
18-12-2008: Syriërs, “Assyriërs” en “Chaldeeërs” zijn allemaal Arameeërs
Wat is de juiste nationale naam voor de moderne Arameeërs? Waarom zijn er Arameeërs, die ondanks het feit dat ze Aramees spreken, volhouden zichzelf “Assyriërs” te noemen? Waarom hechten andere Arameeërs zich aan de derde naam “Chaldeeërs”? Is het juist om de naam ‘Syriac’ (waar Arabisch is van afgeleid) te gebruiken..........
18-12-2008: Pseudo – Assyriërs, Pseudo Chaldeeërs en de Culturele Nationale Noodzaak van de Aramese natie
In tegen-stelling tot de vergezochte – en goed gefinancierde – onnauwkeurig-heden van Simo Parpola, is er geen enkel element in het vóór 2600 jaar geleden overleden Assyrische culturele en nationale erfgoed dat enige overeenstemming vertoont met de hedendaagse zuivere Aramese cultuur, ongeacht van de benaming dat ze gebruiken om zich ermee aan te duiden, Arameeërs, Chaldeeers, Assyriërs of Zulu……....
Patriarch Emmanuel III Delly 29-10-2008: "...maar Ik wil graag verklaren dat wij, de Chaldeeërs, de Assyriërs en de Syriërs, één volk zijn, bekend als Aramese volk. ..."
13-5-2006: Is er een Assyrische kwestie in Irakese Koerdistan?
Maar deze claim is onderzocht door historici en hebben geconcludeerd dat de mensen in het Midden-Oosten vaak refereren naar de mensen in hun regio, zoals bijvoorbeeld iemand uit Kirkuk werd Kirkuki genoemd ongeacht of hij Koerd, Turkmeen of Arameeër was. Dat geldt ook in het geval van Assyriers of “Athuris” zoals ze in de regio worden genoemd. Die benaming werd gebruikt om de Nestoriaanse Arameeërs van Athur (Asur), een regio in de omgeving van Mosul, mee te identificeren. De term heeft geen enkele relatie met de oude Assyriers en de moderne Assyriers.
2-8-2005: Moderne Irakese geschiedenis. De Arabische Meerderheid en De Minderheden
Wat betreft de aanduidingen “Assyriers” en “Chaldeeërs” die worden gebruikt om de niet-Arabische Christenen (anders dan Armeniërs) ermee aan te duiden. Er is absoluut geen historische verwijzing van hun associatie met de Assyriers en Chaldeeërs van de oude Mesopotamië. De eerste verwijzing naar dergelijke associatie begon in de 19de eeuw toen de Britse Protestantse missionarissen probeerden om religieuze invloed te verkrijgen als gevolg van een algemene rivaliteit tussen de Protestante en Katholieke missionarissen in het gebied
“The Church of the East and the Church of England: A History of the Archbishop of Canterbury's Assyrian Mission “ is de titel van het boek geschreven door J. F. Coakley en gepubliceerd in 1992.
Op pagina 147 ertelt Coackley over een meningsverschil tussen Arthur Maclean, hoofd van de Assyrische Missie van de Aartsbisschop van Canterbury van 1886 tot 1891 en Hormuzed Rassam, de broer van Christian Antun (Isa) Rassam, een Chaldese familie uit Mosul. We lezen: "Zoals hij (Maclean) volhield, hebben de 'Syriërs' zich nooit als 'Assyriers' genoemd;..... om de benaming 'Assyriers' toe te passen op deze Oosterse Syrische Christenen lijkt mij eerder een fout of anders muggenzifterij. Er is werkelijk, voor zover ik weet, geen bewijs dat ze enige connectie hadden met de Oude Assyriers.... Waarom moeten wij een naam uitvinden terwijl we een heel goed geschikte naam hebben, gebruikt gedurende eeuwen, voor handen? Ik kan begrijpen dat iemand die leeft in de nabijheid van de ruines van Nineve een behoorlijk enthousiasme kan hebben voor de Oude Assyria; maar spreekt het van een gezond verstand om een naam weg te doen dat door het volk zelf wordt gebruikt en een andere naam voor hen uit te vinden met een twijfelachtige toepasbaarheid?" |