Touma Audo

 

Getuigenissen van de geleerden van de Syrische Kerk van Antiochiė met betrekking tot synoniem: Arameeėrs/Syriėrs

 

Aanmelden voor nieuwsbrief

 

Een vraag: Wie waren de vroegere Assyriėrs? Waren ze simpelweg één etniciteit of samenstelling uit verschillende volkeren?

 

Wie gaf hen de naam en maakte hen bekend als,, Assyrische” Christenen?

 

SUA/WCA en het toelaten van terrorisme

 

SUA/WCA: Internationaal syndicaat van haatzaaiers

 

Arameeėrs van Irak

 

Arameeėrs van Turkije

 

Arameeėrs van Syriė

 

Aramese geschiedenis, cultuur en taal, een zesdelige interview.

 

Kolonialisme, "Assyrianisme", terrorisme, occultisme, de ondergang van het Aramese volk in het Midden-Oosten en hun Diaspora

 


 

 

Geestelijke (broeder) moord op Mgr. J. Y. Cicek

 

3-1-20105: De brief van Mgr. J. Y. Cicek aan  alle bisschoppen en de patriarch (3-1-2005)

 

23-1-2005: De brief van Mgr. J. Y. Cicek aan Matta Rohom over zijn vijandschaap jegens het diocees midden-euorpa (23-1-2005)

 

4-6-2005: De brief van Mgr. J. Y. Cicek aan de Patriarch over de onbeschoftheid van priester Emanuel Aydin uit Oostenrijk (Wenen) (4-6-2005)

 

2-3-2005: Nieuw Bestuur in Oostenrijk: Brief Mgr. J. Y. Cicek aan de overheid en aan de nieuwe bestuur (2-3-2005)

 

 

 

 

Het Aramese volk: Het Aramese volk (niet te verwarren met 'Armeniėrs') spreekt Aramees, de taal van Abraham, Mozes en Jezus Christus. Zij zijn het inheemse volk van wat in vroegere tijden 'Aram-Nahrin' werd genoemd en in onze dagen bekend is geworden onder de naam 'Mesopotamiė'

Sommige Arameeėrs noemen zich in onze dagen "Assyriėrs", dit vanwege de haatzaaiende geestelijke koloniale activiteiten van de Westerse missionarissen en diplomaten in het Midden-Oosten in de 16e en 19e eeuw. Andere Arameeėrs zijn bekend geworden als "Chaldeeėrs".  Ze zijn echter allemaal Arameeėrs. Overal waar U het woord "Assyriėrs" tegenkomt dient U het als Arameeėrs te lezen. In Turkije zijn de Arameeėrs bekend geworden als “Süryani” en in Arabische als “Al-Suryan”


Eisen aan de geestelijke en leken leiders

 

Jesaja 1:23:  Je leiders verzetten zich tegen God, ze heulen met dieven, azen op steekpenningen, jagen op geschenken. Ze doen wezen geen recht, geven weduwen geen gehoor.

 

ܪܘܪ̈ܒܢܝܟܝ. ܡܪܘܕܝܢ ܘܫܘ̈ܬܦܐ ܐܢܘܢ ܕܓܢ̈ܒܐ. ܟܠܗܘܢ ܪܚ̇ܡܝܢ ܫܘܚܕܐ. ܘܡܣܼܬܪܗܒܝܢ ܠܡܲܦܪܥ ܚܘܒ̈ܠܐ. ܠܝܬܡ̈ܐ. ܠܐ ܕܝ̇ܢܝܢ. ܘܕܝܢܼܐ ܕܐܪ̈ܡܠܬܐ. ܠܐ ܥܐܠ ܠܘܬܗܘܢ.(ܐܫܥܝܐ: 1:23)

 

Jesaja 3:12-15: Afpersers plukken mijn volk kaal, woekeraars houden het onder de duim. Mijn volk, je leiders misleiden je, ze brengen je op een dwaalspoor. De Heer staat op om uitspraak te doen en zijn volk recht te verschaffen. Hij klaagt de leiders van het volk aan, allen die gezag uitoefenen. ‘Jullie hebben mijn wijngaard geplunderd. Je huizen liggen volgestouwd met wat je gestolen hebt van de armen.

 

ܫܠ̈ܝܛܘܗܝ ܕܥܡܝ ܡܒܼܿܥܪܝܢ ܠܗ ܘܢܫ̈ܐ. ܐܫܬܠ̈ܛܝ ܒܗ. ܥܡܝ. ܡܿܛܐܒܢ̈ܝܟ ܐܛܥܝܼܘܟ. ܘܐܘܪܚܐ ܕܫܒ̈ܝܠܝܟ. ܕܠܼ̈ܚܘ. ܩܿܐܡ ܠܡܼܪܢ ܡܪܝܐ. ܘܩܿܐܡ ܠܡܼܪܢ ܠܥܗ. ܡܪܝܐ. ܒܕܝܢܼܐ. ܘܥܡ ܣܒ̈ܐ ܕܥܡܗ. ܘܥܡ ܪܘܪ̈ܟܢܘܗܝ. ܐܢܬܘܢ ܐܘܩܕܬܘܢ ܟܪܡܐ. ܘܚܛܘܦܝܐ ܕܡܣܟ̈ܢܐ. ܟܒ̈ܬܝܟܘܢ: ܠܡܝܐ ܢܟܝܼܬܘܢ ܠܥܡܝ:ܘܐܦ̈ܐ ܕܡܣܟ̈ܢܐ ܐܒܗܼܬܬܘܢ: ܐܡܿܪ ܡܪܝܐ ܚܼܿܠܬܢܐ. (ܐܫܥܝܐ:3:12-15)

 

Jesaja 9:15-16: Dit volk had behoefte aan leiding, maar zijn leiders misleidden het en zo raakte het op dwaalwegen. Ze zijn allemaal slecht, van God vervreemd, godslasterlijk is hun taal.

 

ܣܒܐ ܘܗܕܝܪ ܐܦ̈ܐ. ܗܼܘܝܘ ܪܝܫܐ. ܘܢܒܝܐ ܕܡ̇ܠܦ ܫܘܟܪܐ. ܗܘܝܼܘ ܕܘܢܒܬܐ. ܘܢܗܘܼܘܢ ܡܛܐܒܢ̈ܘܗܝ ܕܥܡܐ ܗܢܐ: ܡ̇ܛܥܝܢ ܘܡܛܒܥܝܢ ܠܗ.(ܐܫܥܝܐ:9:15-16)

 

Jesaja 56:9-12: De Heer zegt: ‘Roofdieren, kom, vreet, dieren in het woud! Want wie over het volk moeten waken, zijn volslagen blind, zij missen elk inzicht. Stomme waakhonden zijn het, blaffen kunnen ze niet, ze liggen liever lui te dromen. Vraatzuchtig zijn ze ook, niet te verzadigen. Dat moeten nu herders zijn! Ze tonen geen begrip, ze gaan hun eigen weg en halen wat er te halen valt. Ieder van hen zegt: Kom, ik pak de wijn, laten we ons bedrinken! Morgen gaan we door, morgen wordt het feest nog groter.’

ܟܠ ܚܝܘܬܐ ܕܕܒܪܐ܆ ܬܝ ܐܟܘܠܝ ܠܟܠܗ̇ ܚܝܘܬܐ ܕܥܒܐ. ܚܙܝܢ ܟܠܗܘܢ ܥܘܝܪ̈ܐ. ܘܠܐ ܝܕܥܝܢ. ܟܠܗܘܢ ܟܠ̈ܒܐ ܐܢܘܢ ܦܐܩ̈ܐ. ܘܠܐ ܡܫܟܚܝܢ ܠܡܒܚ. ܚܕܝܢ ܘܕܡܟܝܢ. ܘܪܚܡܝܢ ܠܡܢܡ. ܘܟܠܒ̈ܐ ܐܢܘܢ. ܕܝܥܢܐ ܢܦܫܗܘܢ. ܘܠܐ ܝܕܥܝܢ ܠܡܣܒܥ. ܢܗܘܘܢ ܒܝܫܝܢ. ܘܠܐ ܝܕܥܝܢ ܣܘܟܠܐ. ܟܠܗܘܢ ܠܐܘܪܚܗܘܢ ܦܢܘ. ܘܐܢܫ ܠܣܛܪܗ ܘܠܓܒܗ. ܬܘ ܢܣܒ ܚܡܪܐ ܘܢܣܒ ܫܟܪܐ: ܘܢܗܘܐ ܐܝܟ ܕܝܘܡܢܐ. ܘܢܘܬܪ ܠܢ ܣܘܓܐܐ ܕܛܒ..(ܐܫܥܝܐ: 56:9-12)

 

Jeremia 2:8 De priesters vroegen niet: Waar is de Heer? Zij kenden mijn wet, niet mij. De leiders van het volk, zij misleidden het.

 ܟܳܗ̈ܢܶܐ. ܠܳܐ ܐܡܼܪܘ ܐܰܝܿܟܳܘ ܡܳܪܝܳܐ. ܘܐܚܝܪ̈ܝ ܢܳܡܽܘܣܳܐ. ܠܳܐ ܝܳܕܥܽܘܼܢܝ. ܘܪ̈ܥܘܬܐ. ܕܓܠܘ ܒܝ. (ܐܪܡܝܐ:2:8)

 

Jeremia 5:26-28:       Want ik tref schurken aan onder mijn volk, ze liggen op de loer als vogelvangers; ze spannen een ander strikken, ze laten mensen in de val lopen. Als een mand volgestouwd met vogels, zo vol staan hun huizen met gestolen goed. Want van bedrog zijn ze rijk en machtig geworden! Ze glimmen van het vet en ze zijn meer dan slecht. Want ze storen zich niet aan het recht, ze komen niet op voor wezen, voor arme mensen springen ze niet in de bres.

 ܡܛܠ ܕܐܫܬܟܼܚܘ ܒܥܡܝ ܚ̈ܛܝܐ: ܘܐܟܝܼܡܘ ܦܚ̈ܐ. ܐܝܟ ܣܝܓ̈ܐ. ܕܬܥܚܕܘܢ ܒܗܘܢ ܟܢ̈ܝܢܫܐ. ܘܐܝܟ ܟܠܘܒܐ ܕܡܠܐ ܦܪܚܬܐ: ܗܟܢܐ ܟܬܝ̈ܗܘܢ. ܡܠܝܢ ܢܟܼܠܐ. ܡܛܠܗܢܐ ܝܪܟܘ. ܘܥܬܪܘ. ܘܟܒܼܪܘܥܠ ܕܝܼܢܐ. ܕܝܼܢܐ. ܘܕܝܢܐ ܕܝ̈ܬܡܐ. ܠܐ ܬܪܨܘ. ܘܢܼܝܢܼܐ ܕܒ̇ܝܫ̈ܐ. ܠܐ ܕܢܘ. (ܐܪܡܝܐ:5:26-28 )

 Jeremia 5:31 De profeten verkondigen alleen maar leugens, de priesters treden eigenmachtig op en mijn volk voelt zich daar wel bij.

 

Jeremia 8:8-10 Hoe durven jullie te zeggen: Wij zijn wijs! Wij hebben de wet van de Heer! Leugens vloeiden uit de pen van jullie schrijvers, mijn wet is vervalst! De wijze mannen staan beschaamd, verbijsterd en verslagen zijn ze. Ze hebben mijn woorden verworpen, hoe kunnen ze dan nog wijs zijn? Daarom geef ik hun vrouwen aan anderen, ook hun akkers geef ik weg, want iedereen is op eigen voordeel uit, van groot tot klein. Zelfs priesters en profeten bedriegen het volk.

 

ܐܝܟܢܐ ܐܡ̇ܕ̇ܝܢ ܐܢܬܘܢ ܕܚܟܝܡ̈ܐ ܚܢܢ: ܘܢܡܘܣܗ ܕܡܪܝܐ ܥܡܢ. ܫܕ̇ܝܕ̇ܐܢܝܬ ܠܕܓܠܘܬܐ ܥܒܝܕ ܩܢܝܐ ܕܓ̇ܠܐ ܠܣ̇ܦܪܐ. ܒܗܼܬܘ ܚܟܝܡ̈ܐ ܘܐܬܬܟܪܘ. ܘܐܬܬܚܕܘ. ܡܛܠ ܕܦܬܓܡܗ ܕܡܪܝܐ ܐܣܠܝܼܘ. ܘܚܼܟܡܬܐ. ܠܐ ܗܘܼܬ ܒܗܘܢ. ܡܛܠܗܢܐ. ܐܬܠ ܢܫ̈ܝܗܘܢ ܠܐܚܕ̈ܢܐ: ܘܚܩ̈ܠܬܗܘܢ. ܠܒܼܙܬܐ. ܡܛܠ ܕܡܼܢ ܙܥܘܼܪܗܘܢ. ܘܥܕܡܐ ܠܪܒܗܘܢ: ܟܠܗܘܢ. ܢܟܠܝܢ ܢܟܼܠܐ. ܘܡܼܢ ܢܒ̈ܝܐ ܕܓ̈ܠܐ ܘܥܕܡܐ ܠܥܗ̈ܢܐ: ܟܠܗܘܢ. ܥܒܕܢ ܫܘܟܼܪܐ.(ܐܪܡܝܐ: 8:8-10)

 

Jeremia 8:11-12 Ze vatten hun taak al te licht op, want bij de ergste kwaal zeggen ze nog: Het gaat goed! Alles gaat goed!, terwijl het helemaal niet goed gaat. Het is gruwelijk wat ze doen, ze moesten zich schamen! Maar ze schamen zich niet in het minst, ze weten niet eens meer wat dat is. Daarom zal ik ze treffen, de een na de ander; ze zullen hun straf niet ontgaan. Dit kondig ik jullie aan.

ܘܡܲܐܣܝܢ ܬܒܿܪܗ ܕܟܪܬ ܒܒܙܚܐ. ܘܐܡܪܝܢ: ܫܠܡܐ ܫܠܡܐ. ܘܠܝܬ ܫܠܡܐ. ܒܗܬܘ ܡܛܠ ܕܛܢܦܘܬܐ ܥܒܕܘ. ܘܟܗ̈ܝܬܐ ܠܐ ܒܿܗܬܝܢ. ܘܠܡܬܬܟܣܘ. ܠܐ ܚܕܥܝܢ. ܡܛܠ ܗܢܐ ܢܦܠܝܢ ܥܡ ܢܦ̈ܠܐ. ܘܒܙܒܢܐ ܕܡܬܦܩܕܝܢ. ܢܣܬܚܦܘܢ ܐܡܪ ܡܪܝܐ. ܡܣܦܘ ܐܦܝܦ ܐܢܘܢ ܐܡܪ ܡܪܝܐ (ܐܪܡܝܐ:8:11-12)

 

Jeremia 10:20-21: Mijn tent is vernield, de lijnen zijn losgerukt, mijn kinderen zijn van mij weggegaan, niet één is er bij mij gebleven. Er is niemand die mijn tent weer opzet, niemand meer die het zeil spant. Ik heb tegen de Heer gezegd: ‘De leiders van uw volk, Heer, hebben gehandeld als dwazen. Ze hebben u niet gezocht, daarom ontbrak het hun aan inzicht. De herders, Heer, hebben de kudde uiteen gejaagd.’

ܡܫܟܢܝ ܐܬܒܼܙܐ ܘܟܠܗܘܢ ܛܘܟܒ̈ܘܗܝ. ܐܬܦܣܲܩܘ. ܒܢ̈ܝ ܢܦܩܼܘ ܡܢܝ. ܘܠܝܬ ܐܢܘܢ. ܠܝܬ ܕܢܩܫ ܬܘܒ ܡܲܫܟܢܝ ܘܡܩܝܡ ܝܪ̈ܝܥܬܝ. ܡܛܠ ܕܫܼܛܘ ܪ̈ܥܘܬܐ ܘܠܡܪܝܐ. ܠܐ ܒܥܼܘ ܡܛܠ ܕܠܐ ܐܟܲܫܪܘ: ܟܠܗܿ ܡܪܥܝܬܗܘܢ ܐܬܒܲܕܪܬ (ܐܪܡܝܐ10:20-21)

 

Jeremia 23:1-3: Vervloekt is de herder die zijn schapen naar een afgrond drijft, de dieren verdwaald laat rondlopen. Daarom zegt de Heer, de God van Israėl, tegen die leiders: ‘Jullie hebben mijn volk verdwaald laten rondlopen, hebben hen uit elkaar gedreven; jullie hadden geen zorg voor hen. Maar ik zal wel zorg aan jullie besteden: ik zal jullie straffen voor al je misdaden. Ik zal wat nog van mijn volk over is, terughalen uit de landen waarheen ik het had verdreven; ik breng ze terug naar hun eigen land; ze zullen veel kinderen krijgen en een groot volk worden.

ܐܘ ܪ̈ܥܘܬܐ ܕܡ̇ܘܒܕܝܢ ܘܡܒܲܕܪܝܢ ܥܢ̈ܐ ܕܡܪܥܝܬܝ ܐܡ̇ܪ ܡܪܝܐ. ܡܛܠ ܗܢܐ. ܗܟܢܐ ܡܪܝܐ ܠܠܗܐ ܕܐܝܣܪܐܠ: ܥܠ ܪ̈ܥܘܬܐ ܕܪܥ̇ܝܢ ܠܥܡܝ. ܐܢܬܘܢ ܒܲܕܪܬܘܢ ܠܥܢ̈ܝ: ܘܐܛܥܝܬܘܢ ܐܢ̈ܝܢ ܘܠܐ ܦܩ݂ܕܬܘܢ ܐܢ̈ܝܢ. ܗܐ ܦ̇ܩܕ ܐܢ̣ܐ ܥܠܝܟܘܢ ܐܝܟ ܒܝܫܘܬ ܥܒ̇ܕ̈ܝܟܘܢ ܐܡ̇ܪ ܡܪܝܐ.

 

Jeremia 23:11-12      Want de Heer zei: ‘Zelfs profeten en priesters storen zich niet meer aan mij; zelfs in mijn tempel word ik niet meer erkend. Daarom wordt de weg die zij gaan glad; in het donker glijden ze uit. Als de tijd daar is, zullen rampen hen treffen. Wees daar zeker van.

 ܡܛܠ ܕܐܦ ܢܒ̈ܝܐ ܘܐܦ ܟܗ̈ܢܐ. ܐܬܚܼܿܢܦܘ ܘܐܦ ܟܒܝܬܝ. ܐܫܿܚܬ ܟܝܫܘܬܗܘܢ ܐܡܪ ܡܪܝܐ ܡܛܠ ܗܢܐ ܢܗܘ̈ܝܢ ܠܗܘܢ ܐܘܪ̈ܚܬܗܘܢ ܡܫܪ̈ܘܥܝܬܐ. ܘܠܚܫܘܟܐ ܢܬܕܚܘܢ. ܘܢܦܼܠܘܢ ܒܗܝܢ. ܡܛܠ ܕܡܿܝܬܐ ܐܢܼܐ ܥܠܝܗܘܢ ܒܝܼܫܬܐ:ܫܢܿܬܐ ܕܦܘܩܕܢܗܘܢ ܐܡܿܪ ܡܪܝܐ(ܐܪܡܝܐ 23:11-12)

 

Hosea 4:4-10: Dit zegt de Heer: ‘Nee, klaag elkaar niet aan, roep niemand ter verantwoording. Jullie, priesters, jullie klaag ik aan! Je zult struikelen op klaarlichte dag, in de nacht komen ook de profeten ten val en jullie moeder komt om. Mijn volk komt om want het heeft geen vertrouwen in mij. Jullie gaven het vertrouwen in mij op en daarom geef ik jullie op, je zult niet langer mijn priesters zijn. Omdat je de wet van je God vergeten hebt, zal ook ik jullie kinderen vergeten. Hoe meer priesters er kwamen, des te meer misdeden zij tegen mij. Hun aanzien verander ik in schande. Zij leven van de zonde van mijn volk, naar zijn misdaden kijken ze begerig uit. Het zal de priesters vergaan als het volk: ik straf hen voor hun slechte praktijken, ik laat hen boeten voor hun wandaden. Zij zullen eten en niet verzadigd worden, met hoeren omgaan en zich niet vermeerderen. Want mij, de Heer, hebben ze verlaten om zich aan ontucht te wijden. Wijn berooft mijn volk van zijn verstand: een stuk hout vragen zij om raad, met stokken ontraadselen zij de toekomst. Ontrouw leidt hen op dwaalwegen, door ontucht rukken zij zich los van hun God.

ܡܛܠ ܕܐܢܫ ܠܐ ܕܐܢ ܐܦܠܐ ܡ̇ܟܣܐ. ܘܥܡܟ݂. ܐܟ݂ ܟܗܢܐ ܡܬܚ̣ܪܐ. ܘܐܬܬܩܠܬ ܒܐܝܡܡܐ: ܘܐܬܬܩܠ ܐܦܕܥܡܟ݂. ܒܠܠܝܐ. ܘܫܬܩ̣ܬ ܐܡܟ݂. ܫܬ̣ܩ ܥܡܝ. ܡܶܬܽܠ ܕܠܰܝܬ ܒܗ ܝܕܰܥܬܳܐ. ܐܝܬ ܓܝܪ ܐܣܠ̣ܝܬ ܝܕܥܬܐ: ܘܐܣ̇ܠܝܟ ܡ̇ܢ ܟܗܢܘ̣ܬܐ. ܘܛܥ̣ܝܬ ܢܳܡܽܘܣܳܗܕܐܰܠܳܗܟ. ܐܳܦ ܐܢܐ ܐܛܥܐ. ܐܝܟ ܣܘܓܐܗܘܢ ܗܟܢܐ ܚ̣ܛܘ. ܘܐܝܩܪܗܘܢ. ܒܩܠܠܐ ܚܲܠܦܘ. ܚܛܝ̣ܛܗ ܕܥܡܝ ܐܟܠܘ. ܘܠܥܘܠܗܘܢ ܐܪܡܝ̣ܘ ܢܦܫܗܘܢ. ܘܗܘ̣ܐ ܟܳܗܢܐ ܐܝܟ ܥܰܡܳܐ. ܘܐܦ̇ܩܘܕ ܥܠܝܗܘܢ ܐܘܪ̈ܚܬܗܘܢ. ܘܥܒ̇ܕ̈ܝܗܘܢ. ܐܦ̇ܕܘܥ ܐܢܘܢ. ܘܢܐܟܠ̣ܘܢ. ܘܠܐ ܢܣܒ̣ܥܘܢ. ܐܢܝ̣ܘ݀ ܘܠܐ ܣܓܝ̣ܘ.. ܡܶܛܽܠ ܕܠܡܪܝܐ ܫܒܟ̣ܐ.

Hosea 4:14: Want de priesters zelf zonderen zich af met hoeren, samen met tempelhoeren houden zij hun offermaal. Zo komt een volk zonder inzicht ten val.

 

ܠܐ ܐܣ̇ܥܘܪ ܒܢ̈ܬܟܘܢ݀ ܟܕ ܢܙܢ̈ܝܢ: ܘܐܦ ܠܐ ܟܠ̈ܠܬܟܘܢ. ܟܕ ܢܓܘܪ̈ܢ. ܡܶܛܽܠ ܕܗܢ̈ܝܢ ܙܢܝ̈ܐ ܚ̈ܠܝܛܢ. ܘܗ̣ܢܘܢ. ܥܡ ܢܦ̈ܘܢ ܫܘܩ̈ܐ ܡܕܒܚܝܢ. ܘܥܡܐ ܕܠܐ ܡܣܬܒܲܠ ܥܲܦܩ ܙܢܝ̣ܬܐ.

Hosea 5:1-2: De Heer zegt: ‘Hoor, priesters,…. Jullie moesten het recht hooghouden, maar jullie lokken mijn volk in de val: een valstrik zijn jullie in Mispa, een net, gespannen op de Tabor, een diepe valkuil in Sittim. Ikzelf zal jullie allemaal straffen.

 

ܫܡܰܥܽܘ ܗܝܐ ܟܳܗ̈ܢܐ: ܘܨܘܬܘ ܒܶܝܬ ܐܝܣܪܐܝܠ ܘܒܶܝܬ ܡ̇ܰܠܟܳܐ ܫܡ̣ܰܥܽܘ. ܡܶܛܽܠ ܕܕܺܝܠܟ݂ܽܘܢ.ܗܘ ܕܺܝܢ̣ܐ. ܕܦܚ̈ܐ ܗܘܝ̣ܬܘܢ ܠܪ̈ܘܩܐ: ܘܡܨܝܕܬܐ ܕܦܪܝܣܐ ܥܰܠ ܬܒܘܪ.. ܘܨܝܕ̈ܐ݀ ܕܨ̇ܝܕܝܢ. ܛܡ̣ܪܘ ܦܚ̈ܐ. ܐܢ̇ܐ ܕܝܢ ܐܪܕܐ ܠܟܠܗܘܢ.

 

Hosea 6:9: De priesters zijn een roversbende, zij liggen op de loer, en moorden op de weg naar  Sichem, schandalig zijn hun praktijken!

 ܐܫܬܘܬܦܘ ܟܗܢ̈ܐ ܒܐܘܪܚܐ. ܘܩ̣ܛܠܘ ܠܫܟ݂ܝܡ. ܡܛܠ ܕܥܘܠܐ ܥܒܕܘ (ܗܘܫܥ:6:9̣)

 

Maleachi 1:6-14: De almachtige Heer zegt tegen de priesters: ‘Een zoon eert zijn vader, een knecht zijn meester. Ik ben jullie vader, maar eren jullie mij? Ik ben jullie meester, maar tonen jullie ontzag voor mij? Nee, jullie tonen minachting voor mij en dan vragen jullie nog: Waar blijkt dat uit? Jullie brengen minderwaardig voedsel naar mijn altaar. Maar jullie vragen: Waaruit blijkt dat wij u minachtend behandelen? Omdat jullie denken mijn altaar te kunnen verwaarlozen. Vinden jullie het niet kwalijk dat jullie een blind, kreupel of ziek dier als offer brengen? Geef zo’n dier eens aan je gouverneur en kijk dan of hij er tevreden mee is en je goedgezind blijft. En daarmee denk je een god gunstig te stemmen! Meen je dat die je goedgezind zal zijn als je zo handelt? Sloot iemand van jullie maar de deuren van de tempel! Dan konden jullie geen waardeloze offers meer op mijn altaar verbranden. Ik kan jullie niet uitstaan. Van jullie offers moet ik niets hebben. Alle volken op aarde, van oost tot west, vereren mij. Overal branden zij wierook ter ere van mij en brengen zij waardevolle offers. Alle volken houden mijn naam in ere. Maar jullie minachten mij; jullie beweren dat mijn altaar niet zo belangrijk is en dat je er minderwaardig voedsel kunt brengen. Zelfs dat vinden jullie nog te veel moeite. Jullie halen je neus voor mij op. Gestolen, kreupele of zieke dieren komen jullie me brengen. Denken jullie dat ik dat neem? Wie me het beste dier uit zijn kudde belooft, maar een waardeloos beest als offer brengt, is een bedrieger; hij zal door mijn vloek getroffen worden. Want ik ben een groot koning, alle volken hebben ontzag voor mij.

 ܒܪܐ ܡܝܲܩܪ ܠܐܒܘܗܝ. ܘܥܒܼܕܐ ܠܡܪܗ. ܐܢ ܐܒܐ ܐܢ݂ܐ ܐܝ̇ܟܘ ܕܡܝܲܩܪܝܢ ܐܢܬܘܢ ܠܝ. ܘܐܢ ܡܪܐ ܐܢ̣ܐ ܐܝܟܘ ܕܕܚ̇ܠܝܢ ܐܢܬܘܢ ܡܢܝ̣ ܐܡܪ ܡܪܝܐ ܚܝܠܬܢܐ ܠܟܘܢ ܟ݂ܗ̈ܢܐ  ܕܒ̇ܙܝܢ ܐܢܬܘܢ ܫܡܝ. ܘܐܢ ܐܡܪܝܢ ܐܢܬܘܢ ܒܡܢܐ ܐܒܙܢ ܫܡܟ: ܥܠ ܕܡܩܲܪܒܝܢ ܐܢܬܘܢ ܥܠ ܡܲܕܒܚܝ ܠܚܡܐ ܛܢܦܐ. ܘܐܢ ܐܡ̇ܪܝܢ ܐܢܬܘܢ ܒܡܢܐ ܛܢܦܢܟ: ܟܕܐܡܪܝܢ ܐܢܬܘܢ ܕܫܝܬܝ ܗܘ ܦܬܘܪܗ ܕܡܪܝܐ. ܘܕܡܩܲܪܒܝܢ ܐܢܬܘܢ ܥܘܝܪܐ ܠܡܕܒܚܐ ܕܠܡܐ ܠܐ ܒܝܫ: ܘܡܩܲܪܒܝܢ ܐܢܬܘܢ ܚܓܝܪܐ ܘܟܪܝܗܐ: ܠܐ ܒܝܫ. ܩ݂ܪܒܝܗܝ ܢܐ ܠܫܠܝܛܟ. ܕܠܡܐ ܪܥ̇ܐ ܠܟ: ܐܘ̇ ܢܣ̇ܒ ܒܐܦ̈ܝܟ ܐܡ̇ܪ ܡܪܝܐ ܚܝܠܬܢܐ: ܡܟܝܠ ܨܠ̇ܘ ܩܕܡ ܡܪܝܐ ܘܢܕ̇ܚܡ ܥܠܝܢ. ܕܒܐܝܕ̈ܝܟܘܢ ܗܘ̣ܬ ܗܕܐ. ܠܐ ܐܣ̇ܒ ܒܐܦ̈ܝܟܘܢ ܐܡ̇ܪ ܡܪܝܐ ܚܝܠܬܢܐ. ܡܢ̣ܘ ܐܝ̣ܬ ܒܟܘܢ ܕܢ̣ܐܚܘܕ ܬܪܥܝ. ܠܐ ܬܩܲܪܒܘܢ ܥܠ ܡܕܒܗܝ ܕܡ̇ܓܢ. ܠܐ ܨ̇ܒܐ ܐܢ̣ܐ ܒܟܘܢ ܐܡ̇ܪ ܡܪܝܐ ܚܥܠܬܢܐ. ܘܩܘܪܒܢܐ. ܠܐ ܐܩ̇ܒܠ ܡܢܟܘܢ. ܡܛܠ ܕܡ̣ܢ ܡܕܢܚ̈ܘܗܝ ܕܫܡܫܐ ܘܥܕܡܐ ܠܡܥܕ̈ܒܘܗܝ: ܪܒ ܗܘ ܫܡܝ ܒܥܡ̈ܡܐ. ܘܒܟܠ ܐܬܪ ܣ̇ܝܡܝܢ ܒܣ̈ܡܐ: ܘܡܩܲܪܒܝܢ ܠܫܡܝ. ܩܘܪ̈ܒܢܐ ܕܟܝ̈ܐ. ܡܛܠ ܕܪܒ ܗܘ ܫܡܝ ܒܥܡ̈ܡܐ ܐܡ̇ܪ ܡܪܝܐ ܚܥܠܬܢܐ. ܘܐܢܬܘܢ ܡܛܢܦܝܢ ܐܢܬܘܢ ܠܗ ܒܕܐܡ̇ܪܝܢ ܐܢܬܘܢ ܕܦܬܘܪܗ ܕܡܪܐ. ܡܛܢ̣ܦ ܗܘ. ܘܫ̈ܝܛܢ ܐܢ̈ܝܢ ܡܐܟ̈ܠܬܗ. ܘܐܡ̇ܪܝܢ ܐܢܬܘܢ ܗܢܐ ܡ̣ܢ ܕܘܘܢܢ ܗܘ. ܘܢܦܚܬ ܒܗ ܐܡ̇ܪ ܡܪܝܐ ܚܥܠܬܢܐ. ܕܡܲܝܬܝܢ ܐܢܬܘܢ ܡ̣ܢ ܚܛܘܦܝܐ ܩܘܪ̈ܒܢܐ ܚܓܝܪ̈ܐ ܘܒܪ̈ܝܗܐ: ܠܐ ܡܩܲܒܠܐ ܢ̣ܐ ܠܗܘܢ ܡ̣ܢ ܐܝ̣ܕ̈ܟܘܢ ܐܡ̇ܪ ܡܪ̣ܝܐ ܚܝܠܬܢܐ. ܩܠܝܛܝ ܡ̇ܢ ܕܐܝ̣ܬ ܠܗ ܒܓܙܪܗ ܕܟܪܐ: ܘܢ̇ܕܪ ܘܡܕܒܲܚ ܕܟܪܝܗ ܠܡܪܝܐ. ܡܛܠ ܡ̇ܠܟܐ ܐܢ̣ܐ ܪܒܐ ܐܡ̇ܪ ܡܪܝܐ ܚܝܠܬܢܐ. ܘܫܡܝܡ ܕܚܝ̣ܠ ܒܥܡ̈ܡܐ. (ܡܠܐܟܝ̣ 1:6-14)

 

Maleachi 2:1-9: Ik waarschuw jullie, priesters. Het is jullie taak mijn naam in ere te houden. Als je niet naar mij luistert, dan zal ik jullie voorrechten intrekken en ongeluk over je brengen. Ik moet mijn dreiging nu al uitvoeren, want jullie slaan mijn waarschuwing in de wind. Ik zal je kinderen treffen; ik zal het vuil van de offerdieren in je gezicht gooien en je zult naar de mestvaalt gesleept worden. Dan besef je tenminste dat ik dit gebod heb gegeven om het verbond in stand te houden tussen mij en Levi, jullie voorvader. Dat verbond betekende leven en voorspoed voor hem en zijn nakomelingen. Leven en voorspoed heb ik hun gegeven, zodat ze ontzag voor me zouden hebben. En ze hebben een heilig ontzag voor mij gehad. Wat ze de mensen leerden was betrouwbaar; niets verkeerds kwam er over hun lippen. Zij leefden met mij in vrede. Velen hielden zij af van het kwaad. Als de mensen aan priesters vragen wat ik wil, moeten die een juist antwoord geven. Zij zijn de woordvoerders van mij, de almachtige Heer. Maar jullie zijn afgeweken van de weg die ik wees. Velen zijn gestruikeld door wat jullie leerden. Het verbond met Levi hebben jullie verbroken. Daarom zorg ik dat het volk jullie veracht en op je neerkijkt. Want je houdt je niet aan de weg die ik je wijs en je praat de mensen naar de mond.’

 

Ezechiėl 5:11 Zo waar ik leef, dit zeg ik, God, de Heer. Met jullie walgelijke en afschuwelijke afgodendienst heb je mijn tempel ontwijd. Daarom zal ook ik het zwaard gebruiken, ik ontzie niemand en heb met niemand medelijden

ܡܶܛܽܠ ܗܢܐ ܚܝ ܐܢܐ ܐܡ̇ܰܪ ܡܕ̇ܐ ܡܕ̈ܘܬܐ: ܥܰܠ ܕܛܢܦܬܝ ܡܩܕܫܝ݀ ܒܟܽܠ ܛܢܦ̈ܘܬܟܝ: ܘܒܟܽܘܠܶܗ̇ ܛܡܐܘܬܟܝ: ܐܦ ܐܢܐ ܐܕܚ̇ܘܒܝ ܘܠܐ ܬܚܘ̣ܣ ܥܠܝܟܝ݀ ܘܠܐ ܪܚ̇ܡ

 

Ezechiėl 34:1-10: De Heer richtte zich tot mij: ‘Mensenkind, klaag de leiders van Israėl aan. Houd hun voor wat ik, God, de Heer, te zeggen heb: Wacht maar, herders van Israėl! Zijn herders er niet om voor de kudde te zorgen? Maar jullie zorgen alleen voor jezelf. Jullie drinken de melk, je gebruikt de wol voor je kleren en slacht de vetgemeste schapen. Maar naar de kudde kijken jullie niet om. Zwakke schapen laten jullie niet aansterken, zieke schapen genees je niet, gewonde verbind je niet; afgedwaalde schapen haal je niet terug, het verloren schaap ga je niet zoeken. Integendeel, hard en zonder medelijden treden jullie op. De kudde is uiteengeslagen omdat zij geen herder heeft, en zij wordt een prooi van wilde dieren. Mijn schapen dwalen rond op bergen en hoge heuvels, over het hele land raken ze verspreid en niemand kijkt naar ze om, niemand gaat ze zoeken. Luister goed, jullie herders! Dit heb ik jullie te zeggen: Zo waar als ik, de Heer, de levende God ben, zal ik mijn schapen redden. Ik verdraag het niet langer dat ze worden weggeroofd, dat ze een prooi worden van wilde dieren doordat ze geen herder hebben. Want mijn herders kijken niet naar ze om, die zorgen alleen voor zichzelf en niet voor mijn schapen. Luister daarom goed naar mij, herders! Ik, God, de Heer, ik keer mij tegen dat soort herders. Aan hen vertrouw ik mijn schapen niet langer toe. Ik ontneem ze hun taak. Ze krijgen niet langer de kans alleen maar voor zichzelf te zorgen. Ik zal mijn schapen redden, zodat ze niet langer het slachtoffer van hen zijn.’

 

ܒܪܢܫܐ: ܐܬܢܒܐ ܥܠ ܪ̈ܥܘܬܐ ܕܐܝܣܪܐܝܠ. ܐܬܢܒܐ ܘܐܡܪ ܠܗܘܢ. ܪ̈ܥܘܬܐ: ܗܟܢܐ ܐܡܪܐ ܡܪܐ ܡܪ̈ܘܬܐ. ܐܘ ܪ̈ܥܘܬܐ ܕܐܝܣܪܐܝܠ ܕܪܥܝܢ ܠܗܘܢ. ܠܐ ܗܘܐ ܠܥܢ̈ܐ ܪܥܝܢ ܪ̈ܥܘܬܐ. ܫܰܡܺܝ̈ܢܐ ܐܟܠܝܢ ܐܢܬܘܢ. ܘܥܡܪܗܘܢ. ܠܒܫܝܢ ܐܢܬܘܢ. ܘܡܦܛ̈ܡܐ. ܕܒܚܝܢ ܐܢܬܘܢ ܘܥܢ̈ܐ. ܠܐ ܪܥܝܢ ܐܢܬܘܢ. ܠܕܟܪܝܗܐ. ܠܐ ܚܝܠܬܘܢ ܘܕܡܪܥܐ. ܠܐ ܐܣܝܬܘܢ. ܘܕܬܒܝܪܐ. ܠܐ ܥܨܒܬܘܢ. ܘܕܛܥܝܐ. ܠܐ ܐܗܦܟܬܘܢ. ܘܕܐܒܝܕܐ. ܠܐ ܒܥܝܬܘܢ. ܐܠܐ ܒܩܛܝܪܐ ܫܥܒܕܬܘܢ ܐܢܝܢ. ܘܐܬܒܕܪܬ ܥܢ̈ܝ ܡܢ ܒܠܰܝ ܪܥܝܐ. ܘܗܘ̈ܝ ܡܐܟܘܠܬܐ. ܠܟܠܗ̇ ܚܝܘܬܐ ܕܕܒܪܐ. ܘܛܥܬ ܥܢ̈ܝ ܒܟܠܗܘܢ ܛܘܪ̈ܐ. ܘܥܠ ܟܠ ܪܡܬܐ ܕܪܡܐ. ܘܒܟܠܗ̇ ܐܪܥܐ. ܐܬܒܕܪܬ ܥܢ̈ܝ. ܘܠܝܬ ܕܬܒܥ. ܐܦܠܐ ܕܡܟܢܫ. ܡܛܠܗܢܐ ܫܡܥܘ ܪ̈ܥܘܬܐ: ܦܬܓܡܗ ܕܡܪܝܐ. ܚܝ ܐܢܐ ܐܡܪ ܡܪܐ ܡܪ̈ܘܬܐ: ܥܠ ܕܗܘܬ ܥܢ̈ܝ ܠܒܙܬܐ: ܘܗܘܬ ܥܢ̈ܝ ܡܐܟܘܠܬܐ ܠܟܠܗ̇ ܚܝܘܬܐ ܕܕܒܪܐ ܡܢ ܒܠܰܝ ܪܥܝܐ: ܘܠܐ ܪܥܘ ܪ̈ܥܘܬܐ ܠܥܢ̈ܝ. ܐܠܐ ܪܥܘ ܪ̈ܥܘܬܐ ܠܢܦܫܗܘܢ ܘܠܥܢ̈ܝ ܠܐ ܪܥܘ: ܡܛܠܗܢܐ ܪ̈ܥܘܬܐ: ܫܡܥܘ ܦܬܓܡܗ ܕܡܪܝܐ ܗܟܢܐ ܐܡܪ ܡܪܐ ܡܪ̈ܘܬܐ. ܗܐ ܐܢܐ ܥܠ ܪ̈ܥܘܬܐ: ܘܐܬܒܥ ܥܢ̈ܝ ܒܐܝ̈ܕܝܗܘܢ. ܘܐܒܛܠ ܐܢܘܢ. ܕܠܐ ܢܕܥܘܢ ܬܘܒ ܠܥܢ̈ܝ. ܘܐܦܨܐ ܠܥܢ̈ܝ ܡܢ ܦܘܡܗܘܢ. ܘܬܘܒ ܠܐ ܢܗ̈ܘܝܢ ܠܗܘܢ. ܠܡܐܟܘܠܬܐ.

 

Micha 3:11 Stadsbestuurders spreken recht in ruil voor geschenken, priesters leggen de wet uit om eraan te verdienen, profeten laten zich goed betalen voor hun voorspellingen, en ze beroepen zich ook nog op de Heer: ‘Hij woont toch in ons midden, ons zal niets overkomen!’

ܕ̈ܝܫܝܗܿܒܫܘܚܕܐ ܕܝܿܢܝܢ. ܘܟܗ̈ܢܝܗܿ. ܒܐܓܪܐ ܡܿܠܦܝܢ ܘܢܒ̈ܝܝܗܿ. ܒܟܣܼܦܐ ܩܿܨܡܝܢ. ܘܥܠ ܡܪܝܐ ܡܬܬܟܿܠܝܢ. ܘܐܡܿܪܝܢ: ܗܐ ܡܪܝܐ ܒܝܢܬܢ ܠܐ ܐܬܿܝܐ ܥܠܝܢ ܒܝܼܫܬܐ (ܡܝܟܐ3:11)

 

Amos 5:23-24            Houd op met dat gebral van je liederen, dat getokkel op je harpen wil ik niet meer horen. Zorg liever dat het recht zijn loop heeft en dat gerechtigheid een bedding vindt als een nooit opdrogende beek

ܐܝܚܒܪ ܡܢܝ ܟܠܐ ܕܐܡܪܢ. ܘܐܡܝܕܬܐ ܕܟܢܕܟ ܬܘܒ. ܠܐ ܐܫܡܠ. ܘܢܬܓܠܐ ܕܝܢܐ ܐܝܟ ܡܝ̈ܐ .ܘܐܕܝܩܘܬܐ: ܐܝܟ ܪܓܠܬܐ ܥܫܝܢܬܐ.(ܥܡܘܣ (5:23-24

 

Leiders die de heer negeren in hun besluiten……

 

 

Jesaja 55:8-9,, Dit zegt de Heer: ‘Jullie plannen zijn niet de mijne, ik ga andere wegen dan jullie. Zoals de hemel uitreikt boven de aarde, zo ook gaan mijn wegen jullie wegen te boven, zo ook overtreffen mijn plannen die van jullie.

 ܡܛܠ ܕܬܪ̈ܠܝܬܝ ܠܐ ܗܘ̈ܝ ܐܝܟ ܬܪ̈ܠܝܬܒܘܢ ܘܐܘܪ̈ܚܬܝ. ܠܐ ܗܘ̈ܝ ܐܝܟ

ܐܘܪ̈ܚܬܒܘܢ ܐܡܪ ܡܪܝܐ

ܡܛܠ ܕܐܚܕ ܕܪܡܝܢ ܫܡܝ̈ܐ ܡܢ ܐܪܥܐ: ܗܳܟ̣ܰܢܳܐ ܪ̈ܡܢ ܐܘܪ̈ܚܬܝ ܡܢ ܐܘܪ̈ܚܬܒܘܢ ܘܬܪ̈ܠܝܬܝ(ܐܫܥܝܐ: 55:8-9)

 

Jesaja 28:15 Omdat gij zegt: Wij hebben een verbond met de dood gesloten en met het dodenrijk een verdrag gemaakt; wanneer de voortstormende gesel doortrekt, zal hij ons niet bereiken, want wij hebben leugen tot onze schuilplaats gesteld en in bedrog ons verborgen.

ܡܛܠ ܕܐܡܪܬܘܢ. ܕܐܩܝܡܢ ܩܝ̇ܡܐ ܥܡ ܡܘܬܐ: ܥܡ ܫܝܘܠ. ܥܒ̣ܕܢ ܚܙܘܐ. ܫܘܘܛܐ ܕܓܪܘܦܝܐ ܟܕ ܢܥܒ̣ܪ. ܠܐ ܢ̣ܐܬܐ ܥܠܝܢ. ܡܛܠ ܕܣܡ̣ܢ ܒܕܓܠܘ̣ܬܐ ܬܘܟܠܢܢ: ܘܒܫܘܩܪܐ. ܐܣܬܬܪܢ (ܐܫܥܝܐ:28:15  )

 

Jesaja 30:1 Dit zegt de Heer: ‘Wacht maar, opstandige kinderen! Jullie maken plannen, maar buiten mij om. Jullie sluiten verdragen, maar tegen mijn wil. Jullie stapelen zonde op zonde.

ܘܪ ܠܒܢ̈ܝܐ ܡܕ̈ܘܕܐ ܐܡܪ ܡܪܝܐ: ܕܬܒܕܘ ܬܪܬܝܬܐ ܘܠܐ ܡܢܝ: ܘܢܩܝܘ ܢܘܩܝܐ ܕܠܐ ܡܢ ܪܘܚܝ: ܕܢܘܣܦܘܢ ܚ̈ܬܗܐ ܥܠ ܚ̈ܛܗܐ (ܐܫܥܝܐ:30:1  )

 

Jesaja 31:1 -2,, Maar jullie hebben geen oog voor de Heer, de heilige God van Israėl, hem vragen jullie niet om raad. Maar juist hij is wijs. Op zijn woord komt hij niet terug, de ramp laat hij doorgaan. Hij treedt op tegen die onruststokers en tegen hun doortrapte helpers.

..ܘܠܐ ܐܬܬܟܼܠܘ ܥܰܠ ܩܰܕܺܝܫܳܐ ܕܐܝܣܪܐܝܠ. ܘܠܡܳܪܝܳܐ. ܠܳܐ ܟܥܘܼ. ܘܒܚܼܶܟܶܡܬ̣ܶܗ. ܐܺܝܬܝ ܒܺܝܼܫܬܐ. ܘܡ̈ܠܘܗܝ. ܠܐ ܐܥܒܼܪ. ܘܩܼܢ ܥܠ ܒܝܬܐ ܕܒܝܼܫ̈ܐ: ܘܥܠ ܥܘܕܪܢܐ ܕܬܒܪ̈ܝ ܠܲܘܠܐ (ܐܫܥܝܐ:31:1 -2)

 

Hosea 8:4 Zij hebben koningen aangesteld, maar ik werd er niet in gekend; zij hebben leiders aangewezen, maar ik stemde er niet mee in. Zij hebben van hun zilver en goud beelden gemaakt, daarom zal dat vernietigd worden!        

ܐܡ̣ܠܟܘ ܐܠܐ ܠܐ ܡܢܝ. ܘܐܫܬܠܛܘ. ܘܠܐ ܐܘܕܥܘܢܝ. ܣܐܡܗܘܢ ܘܕܗܒܗܘܢ: ܥܒ̣ܕܘ ܠܗܘܢ ܦܬܟܪ̈ܐ ܕܢ̣ܐܟܕ̣ܘܢ (ܗܫ̣ܥ: 8:4)

 

Micha 6:8 Het is u heel duidelijk gezegd wat goed is en wat de Heer van een mens verlangt. Dit alleen vraagt hij: houd u aan het recht, blijf altijd trouw en ga in alles bij uw God te rade.

ܚܘܝܬܟ ܒܪܢܫܐ: ܡܕܡ ܕܡܥܲܕܪ ܕܬܒ̇ܥ ܠܟ ܡܪܝܐ. ܕܬܥܒ̣ܕ ܕܫܢܐ. ܘܬܪܚܲܡ ܛܝܒܘ̣ܬܐ ܘܬܗܘ̣ܐ ܥܬܝܕ ܠܡܐܙܠ ܒܬܪ ܠܠܗܟ (ܡܝܟܐ:6:8)

 

 

 


Hier kunt U zich aanmelden voor ons nieuwsbrief

 

Copyright © Aram-Naharaim Organisatie. All rechten voorbehouden

 

Brieven aan de overheden en internationale organisaties

 

Arabische Vertalingen: الترجمات العربية

 

Aramese Geestelijke/ Lichamelijke Genocide

 

Nepnieuws over de Arameeėrs:

 Arameeėrs in de Media


 

 

17-5-2005: Brief George Saliba aan Emanuel Aydin om Mgr. J. Y. Cicek aan te pakken (17-5-2005)

 

26-5-2005: Brief Patriarch aan Mgr. J. Y. Cicek over Diaken Michael: Hij mag niets meer doen (26-7-2005)

 

28-7-2005: Brief Patriarch naar de Oostenrijkse minister van Cultuur & Onderwijs, de heer Anton Stifter (28-7-2005)