Het Aramese volk: Het Aramese volk (niet te verwarren met 'Armeniėrs') spreekt Aramees, de taal van Abraham, Mozes en Jezus Christus. Zij zijn het inheemse volk van wat in vroegere tijden 'Aram-Nahrin' werd genoemd en in onze dagen bekend is geworden onder de naam 'Mesopotamiė'

Sommige Arameeėrs noemen zich in onze dagen "Assyriėrs", dit vanwege de haatzaaiende geestelijke koloniale activiteiten van de Westerse missionarissen en diplomaten in het Midden-Oosten in de 16e en 19e eeuw. Andere Arameeėrs zijn bekend geworden als "Chaldeeėrs".  Ze zijn echter allemaal Arameeėrs. Overal waar U het woord "Assyriėrs" tegenkomt dient U het als Arameeėrs te lezen.


Vragen in het Europese Parlement over het Aramese klooster in Turkije.

 

Bron: http://www.europarl.europa.eu/sides/getDoc.do?pubRef=-//EP//TEXT+WQ+P-2009-3137+0+DOC+XML+V0//NL

 

English Version

 

Parlementaire vragen

27 april 2009

SCHRIFTELIJKE VRAAG van Georg Jarzembowski (PPE-DE) aan de Commissie

 

Betreft: Klooster Mor Gabriel — erkenning van Arameeėrs als religieuze minderheid in Turkije

 

Het klooster Mor Gabriel is in 397 na Christus gebouwd in Midyat, provincie Mardin. Het klooster fungeert als spiritueel centrum voor de Syrisch-orthodoxe christenen, de Arameeėrs, in Turkije. In Mor Gabriel leven circa 70 monniken en nonnen. Elk jaar wordt het klooster bezocht door duizenden Arameeėrs.

Sinds 2008 is een stroom rechtszaken tegen dit meer dan 1600 jaar oude klooster aangespannen. Het klooster wordt onder meer beticht van „onwettige vestiging”. Sommige zaken zijn aangespannen door naburige dorpen, die vertegenwoordigd worden door prominente politici van de AK-partij. Wanneer zij in het gelijk worden gesteld, bestaat het gevaar dat de Aramese monniken en nonnen uit Mor Gabriel worden verdreven, waarmee een meer dan 1600 jaar oude niet-islamitische traditie in Zuidoost-Turkije ten einde zou komen.

De Aramese geloofsgemeenschap wordt in Turkije niet als religieuze minderheid erkend. Gemeenschappen die in Turkije niet als religieuze minderheid worden erkend, mogen zich niet op minderheidsrechten beroepen. Zij mogen jonge mensen niet opleiden en mogen geen onderwijs geven over hun geloof en taal, waardoor deze verloren gaan voor de volgende generatie. Sinds 6 oktober 1997 is in de Republiek Turkije een officieel verbod van kracht op het onderwijzen van het Aramees, de taal van Jezus die wordt gebruikt in de Syrisch-orthodoxe kerk.

Kan de Commissie in dit verband de volgende vragen beantwoorden:

 

1. Volgt de Commissie de processen tegen het klooster Mor Gabriel?
2. Hoe beoordeelt de Commissie de processen tegen Mor Gabriel?
3. Welke status hebben de christelijke Arameeėrs in Turkije volgens de Commissie?
4. Is in dit verband de vrijheid van godsdienst in Turkije gewaarborgd?
5. Is de Commissie van mening dat de toetredingsonderhandelingen met Turkije worden belast door het verbod op het onderwijzen van het Aramees en door het feit dat de Arameeėrs niet worden erkend als religieuze minderheid?
6. Is de Commissie voornemens om er in het kader van de toetredingsonderhandelingen met Turkije voor te zorgen dat religieuze, maar niet officieel erkende minderheden in Turkije meer rechten krijgen en beter beschermd worden?